Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding
Het weerstandsvermogen gaat over de vraag in hoeverre de gemeente middelen kan vrijmaken om grote tegenvallers op te vangen. Hierbij wordt een relatie gelegd tussen:
- de financiële risico’s
- de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om risico’s af te dekken (weerstandscapaciteit).
Risico’s moeten uiteraard goed in beeld zijn. Ook neemt de gemeente beheersmaatregelen om de kans en/of de impact van risico’s te verkleinen. De genomen beheersmaatregelen staan daarom bij de risico’s.
Risico's
In deze paragraaf staan de risico’s die mogelijk van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente. Gebeurtenissen die regelmatig voorkomen en voorzienbaar zijn horen hier niet bij. Voor die gebeurtenissen staan namelijk op de balans toereikende voorzieningen, zijn verzekeringen afgesloten of verbetermaatregelen getroffen. Het risicoprofiel van de gemeente bestaat uit ongeveer 60 risico’s waarvan de financiële gevolgen in beeld zijn gebracht. Deze risico’s worden geregistreerd in Naris (risicomanagement software).
Eerst volgt een toelichting op de risico’s binnen de grondexploitaties en het sociale domein. Deze risico’s zijn niet in Naris opgenomen, omdat de gemeente voor de grondexploitaties een aparte risicosimulatie uitvoert en omdat voor het sociaal domein een egalisatiereserve is ingesteld.
Risico's grondexploitaties
Aan grondexploitaties zijn onlosmakelijk risico's verbonden. Voor de projecten Bangert en Oosterpolder en Zevenhuis wordt jaarlijks een risicoanalyse gemaakt inclusief de mogelijke beheersmaatregelen. Daarnaast wordt periodiek gerapporteerd over risico-ontwikkelingen binnen het project. De risicoanalyse van Bangert en Oosterpolder maakt integraal onderdeel uit van de jaarlijkse exploitatieherziening, en wordt verantwoord in het meerjarenperspectief grondexploitaties. Daarbij worden ook nader te treffen beheersmaatregelen voorgesteld. De meest gevoelige elementen daarbij zijn, de uitvoering- en plankosten, de grondopbrengsten, de opbrengsten door mogelijke prijsontwikkelingen. Een onderdeel van de risicoanalyse is daarom de gevoeligheidsanalyse. In deze analyse wordt de invloed van een mogelijke wijziging in parameters als rente over kosten en opbrengsten, kosten- en opbrengstenstijgingen en fasering in beeld gebracht. De risico's binnen de grondexploitaties zijn berekend op 8,6 miljoen euro.
Sociaal Domein
De gemeente is vanaf 2015 verantwoordelijk voor de Jeugdwet, nieuwe taken binnen de Wmo en de Participatie wet. Hierdoor is er goed zicht op welke zorginhoudelijke en financiële risico’s er zijn en hoe groot de kans is dat deze zich voordoen. Het grootste (financiële) risico blijft dat de toenemende vraag naar zorg en ondersteuning leidt tot (structurele) overschrijding van het budget. Zoals aangekondigd, doet dit risico zich inmiddels voor. In 2018 heeft dit geleid tot een tekort van ruim 3 miljoen euro op het sociaal domein. Ook voor 2019 wordt een tekort verwacht. Daarbij vormen de toenemende kosten voor onder andere Veilig Thuis een risico voor een hogere budgetoverschrijding.
Om het risico van een toenemende zorgvraag te beheersen, wordt er ingezet op eigen kracht en wijkgericht werken (gebiedsteams). Daarbij wordt de resultaatgerichte inkoop voor 2020 en verder voorbereid, wat moet bijdragen aan de transformatie van het sociale domein en op termijn lagere kosten. De effecten hiervan moeten de komende jaren duidelijk worden.
Behalve onzekerheid over hoeveel de zorg en ondersteuning in de komende jaren gaat kosten, is ook onzekerheid over de hoogte van de budgetten een risico. Herverdelingseffecten kunnen gevolgen hebben voor de uitkering die de gemeente ontvangt voor het sociale domein. Daarbij is er landelijk sprake van oplopende tekorten op jeugdhulp. Vanuit de VNG is verzocht om gemeenten voor deze ‘volumegroei’ in de jeugdhulp te compenseren via het gemeentefonds. Dit werkt mogelijk door in de beschikbare budgetten.
Voortzetten reserve voor een breder sociaal domein
Om schommelingen in de zorgvraag en de rijksuitkering op te vangen is de egalisatiereserve sociaal domein in stand gehouden. Bij de Begroting 2019 is daarbij besloten om binnen het sociaal domein verder te ontschotten, waardoor vanaf 2019 ook de resultaten van WerkSaam/BUIG met deze reserve worden verrekend. De gereserveerde weerstandscapaciteit bedroeg 4,5 miljoen euro, gebaseerd op ongeveer 5% van het begrotingstotaal.
Door het nadelige resultaat 2018 (ruim 3 miljoen euro) en het eerdere besluit om de (incidentele) uitbreiding van 1.Hoorn en maatschappelijke begeleiding (1 miljoen euro) uit deze reserve te dekken, is in 2019 nog maar een klein deel van deze reserve beschikbaar. Met de verwachting dat er in 2019 ook een tekort wordt behaald, moeten er keuzes worden gemaakt. Vandaar dat er een bestuursopdracht wordt uitgevoerd, om de oplopende tekorten in het sociaal domein terug te brengen. In het tweede kwartaal 2019 wordt de raad geïnformeerd over de uitkomsten hiervan.
Weerstandscapaciteit
Benodigde Weerstandscapaciteit
Op basis van de risico's die in Naris staan, is een risicosimulatie uitgevoerd. De simulatie wordt uitgevoerd, omdat risico's niet allemaal in hun maximale omvang optreden. Hierdoor hoeft niet de som van alle risico's te worden gereserveerd. Er wordt een zekerheidspercentage van 80% gehanteerd.
Benodigde weerstandscapaciteit | Bedrag |
Risico's (Naris, 80% zekerheid) | 6,2 miljoen euro |
Risico's grondexploitatie | 8,6 miljoen euro |
Risico's Sociaal domein (Naris, 80% zekerheid) | 4,0 miljoen euro |
Totaal | 18,8 miljoen euro |
De risicosimulatie is een momentopname op basis van het huidige risicoprofiel. Nieuwe projecten of onverwachte situatie kunnen leiden tot een wijziging van de benodigde weerstandscapaciteit.
Aanwezige weerstandscapaciteit
De aanwezige weerstandscapaciteit heeft een structureel en een incidenteel deel. Het incidentele deel is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te vangen. Dit is zonder dat het invloed heeft op voortzetten van de taken op het huidige niveau. De structurele weerstandscapaciteit zijn de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de bestaande taken.
Weerstandscapaciteit | Bedrag | |
Algemene reserve* | incidenteel | 12.194 |
Egalisatiereserve sociaal domein | incidenteel | 896 |
Afdelingsreserves | incidenteel | 789 |
Algemene bedrijfsreserve grondbedrijf | incidenteel | 7.273 |
Stille reserves grondbedrijf | incidenteel | 2.800 |
Overige stille reserves | incidenteel | 4.400 |
Onvoorzien | incidenteel | 193 |
Onvoorzien | structureel | 29 |
Onbenutte belastingcapaciteit | structureel | 164 |
Totaal | 28.738 |
* Het bedrag van de algemene reserve is het saldo na aftrek van de voorgestelde resultaatbestemmingen en de toekomstige claims en inclusief het restant van het rekeningsresultaat.
Conclusie Weerstandsvermogen
De verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of het weerstandsvermogen voldoende is. Dit is voldoende als het verhoudingsgetal minimaal 1 is. Uit onderstaande berekening blijkt dat het weerstandsvermogen 1,5 is, het weerstandsvermogen is dus goed. De gemeenteraad heeft bij de Begroting 2019 besloten dat het weerstandsvermogen tussen de 1 en 1,5 moet zijn. Daar is ook aan voldaan.
Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en benodigde weerstandscapaciteit dus:
Aanwezige weerstandscapaciteit | 28,7 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 18,8 |
Weerstandsvermogen | 1,53 |